Zo vind je onderwerpen om over te filosoferen

Vaak krijg ik de vraag hoe je aan een onderwerp komt om over te filosoferen. Even vaak zeg ik dat ik van tevoren niet altijd weet waarover het zal gaan. De ervaring leert dat er door het geven van ruimte voor het eigen denken vaak verrassende thema’s boven komen. Zo ook in de bovenbouwgroep op basisschool Het Mozaïek.

De aftrap was een opdracht aan alle leerlingen om  een lange lijst te maken van alles wat de wereld een beetje mooier maakt. Enthousiast gingen ze aan de slag en al snel hadden ze allemaal een hele verzameling.  De onderwerpen uit hun lange lijsten brachten we eerst gezamenlijk onder in categorieën: muziek, landen, natuur, milieu, steden, kleur, levende wezens, vrienden en familie. Een fijne basis om in dialoog te gaan, en dat deden ze deze keer op papier. Met gekleurde stiften noteerde iedereen ideeën, vragen en reacties op een groot vel. Ze vonden het heel interessant, het maakte nieuwsgierig en na een aantal wisselrondes lag er een kleurig geheel aan dialogen op tafel.

Vervolgens bekeken we alles en gingen we op zoek naar een onderwerp om verder te verkennen. Ze kozen het idee dat de wereld er een beetje mooier van wordt als je levende wezens beschermt. Mensen, maar ook dieren. Op de vraag hoe dat beschermen van mensen er dan uitziet ontspon zich het volgende gesprek.

‘Er moet voldoende goed eten zijn.’
‘Mensen moeten van alles met elkaar delen.’
‘Er moeten legers zijn die mensen beschermen.’
‘Mensen moeten elkaar helpen.’
‘Het gaat om liefde. En om aandacht geven.’

Hoezo dat dan, vroeg ik.

‘Als iedereen van elkaar zou houden, zou iedereen beter beschermd zijn, want dan waren er minder oorlogen.’
‘Oorlogen gaan vaak over geloof en om macht, maar niet over liefde.’
‘Maar als je van elkaar houdt, dan is liefde toch sterker?’

Met elkaar besloten we om eens uit te zoeken wat liefde eigenlijk inhoudt, of betekent.

‘Liefde is ook eigenlijk iets speciaals tussen twee mensen. Dus of het iets is waarmee mensen beschermd zijn, dat weet ik nog niet zo.’
‘Als er te veel liefde is , dan zouden er veel te veel mensen op de wereld kunnen komen. Daar wordt de wereld niet mooier van.’
‘Liefde kan je niet pushen.’
‘Vaak weet je al meteen of je wel of niet van iemand  kan houden.’
‘En als er liefde is, blijft die er ook niet altijd, tussen twee mensen: er is liefde, er komt ruzie, dat wordt erger en dan is de liefde weg. Dan komt er later misschien wel weer nieuwe liefde, maar daar tussen gebeurt heel wat.’
‘Liefde kan veel, maar het kan ook niet alles doorstaan.’
‘En je kunt ook niet van iedereen houden. Je hebt niet voor iedereen liefde. Als je twee neven hebt, dan kan het zo zijn dat je van de een wel houdt, van de ander minder. Dan kan je wel tegen je zelf zeggen dat je van die ander ook moet houden, maar dat gaat niet zomaar.’
‘Niet alles kan beschermd worden. Ook niet met liefde. De mens zal nooit alles kunnen beschermen.’
‘Je hoeft ook niet van iedereen te houden, als je elkaar maar niet haat. Daar zou de wereld ook al heel wat mooier van worden.’
‘Liefde kan niet alles mooier maken.’

De methode van de papierdialoog was trouwens een goed voorbeeld geweest voor het filosofisch gesprek, en dat was fijn om te zien. In deze groep hadden nog niet alle kinderen eerder gefilosofeerd en dan toch zo gemakkelijk een gesprek in dialoogvorm voeren…

Ter afronding maakte iedereen een paar aantekeningen in het verzamelmapje. Een paar zinnen of steekwoorden van wat het meest was bij gebleven uit het gesprek, of iets dat ze bijzonder vonden. Volgende week gaan we weer verder. Waarover we het dan gaan hebben? Dat weet ik nog niet!

Marja van Rossum filosofeert wekelijks met kinderen in het basisonderwijs, geeft workshops en trainingen in basis- en voortgezet onderwijs en in de culturele sector. Zij is co-auteur van het programma Filosoferen doe je zo en van de serie Filosoferen met…van het Kröller-Müller Museum.