Herken je dit? In de groep komt een interessante kwestie naar voren. Via een fijne filosofievraag die je op internet vond, naar aanleiding van het journaal of een gebeurtenis. Zeker in deze tijd met alle praktische besluiten die zo’n grote invloed hebben op de dagelijkse gang van zaken is er een hoop om over na te denken. Regels op het schoolplein, klassen delen, thuisonderwijs, wel of geen musical, afstand houden, wel trainen, maar niet naar de wc mogen bij de sportclub, geen wedstrijden …
Vaak gaat het er om met wie je rekening moet houden en waarom, of wat het zwaarste weegt: gezondheid of vrijheid. En pasklare antwoorden zijn er niet altijd.
Gezamenlijk denken
In een filosofiegesprek kun je deze kwesties onderzoeken. Waar gaat het nu eigenlijk over? Wat speelt een rol? Hoe zit het met de gevolgen van beslissingen? Met een goede vraag zet je de kinderen ‘aan’. De eerste reacties laten meestal niet lang op zich wachten. Maar dan? Hoe verder? Tijdens het filosoferen ga je op onderzoek vanuit eigen kennis, gedachten en ideeën. Door alles naast elkaar te plaatsen krijg je meer inzicht. Dat vraagt om gezamenlijk nadenken: niet tegen, maar met elkaar.
Klinkt goed. Maar zo’n gesprek ontstaat zelden vanzelf. Als gespreksleider kun je ervoor zorgen dat het op gang komt en meer wordt dan alleen een verzameling meningen. De volgende 12 tips komen voort uit een rijke praktijkervaring.
Tips voor het filosoferen
1. Filosoferen is een groepsonderzoek
Het delen van gedachten en gezamenlijk nadenken staat centraal.
2. Een gespreksbegeleider verrijkt het gesprek
Stap even uit je docentenrol: faciliteer het onderzoek door het geven van structuur en overzicht. Baken af in tijd, ruimte en inhoud.
3. Oprechte nieuwsgierigheid is een krachtige motor
Laat gerust zien dat je benieuwd bent naar wat kinderen denken. Dat werkt door in je lichaamstaal. Het nodigt uit om gedachten te delen, ook als ze nog niet helemaal zijn uitgekristalliseerd.
4. Zorg dat de vragen die jij stelt voor iedereen helder zijn
Dit is een belangrijk onderdeel van de structuur. Het houdt het gesprek overzichtelijk voor iedereen, en alle neuzen dezelfde kant op. Niets zo verwarrend als achteraf blijkt dat iemand het over een heel andere vraag had.
5. Maak notities en vat op basis daarvan de lijn van het gesprek regelmatig samen
In een filosofiegesprek is vaak veel inbreng. Zorg ervoor dat iedereen steeds kan volgen waar het over gaat, of kan aanhaken als de gedachten even ergens anders waren.
6. Gebruik ‘leg eens uit of vertel eens’ in plaats van de waarom-vraag
Het eerste nodigt uit, het tweede voelt meer als een vraag naar verantwoording.
7. Betrokken luisteren is net zo belangrijk als spreken
Gun de kinderen zwijgrecht als ze actief luisteren. Geef liever geen beurten: moedig kinderen eventueel (non-verbaal) aan.
8. Geef gericht nadenktijd
In iedere groep zitten verschillende typen denkers. Wissel daarom af in de manier waarop gereageerd mag worden. Direct, associatief, of na een kort moment van nadenktijd.
9. Stiltes zijn welkom
Als er niet meteen antwoorden komen, ga dan niet gelijk je vraag opnieuw formuleren.
10. Geef niet zelf antwoord, filosofeer niet mee
Het gaat om het onderzoek van de groep. Als je echt jouw mening wilt geven, doe dat dan in de vorm van een (oprechte) vraag of een ‘stel dat’. En: let er op dat je niet mee gaat filosoferen. Want dat maakt het meestal een stuk lastiger om overzicht te houden.
11. Check, check, check
Vraag om verheldering van wat gezegd is. Bedoel je dat..? Begrijp ik goed dat…? Stimuleer de groep om dat ook onderling te doen. Als jij herhaalt of herformuleert wat er wordt gezegd: check dan ook of het klopt.
12. Filosoferen hoeft niet altijd in de kring!
Een boeiende vraag kun je eerst in tweetallen laten beantwoorden en daarna de uitkomsten in de kring verzamelen. Vraag steeds: ‘wie heeft iets anders’ – tot je alle verschillende ideeën in steekwoorden hebt gevangen. Coöperatieve werkvormen passen hier trouwens ook prima. Afwisseling in werkvormen zorgt voor betrokkenheid.
En tenslotte: houd in gedachten dat filosoferen ‘work in progress’ is. Hoe vaker je het doet, hoe vaardiger je er in wordt. En vergeet vooral niet om er van te genieten.
Marja van Rossum filosofeert wekelijks met kinderen in het basisonderwijs, geeft workshops en trainingen in basis- en voortgezet onderwijs en in de culturele sector. Zij is co-auteur van het programma Filosoferen doe je zo en van de serie Filosoferen met…van het Kröller-Müller Museum.