Filosoferen met kleuters, hoe doe je dat?
We begonnen met een verhaal van Kikker en Pad, over een verloren knoop. Als de twee vrienden gaan zoeken vinden ze eerst andere knopen. Niet wit, maar zwart, het aantal gaatjes klopt niet, …
Hoe zit dat eigenlijk? Wat voor soorten knopen zijn er? We gaan op onderzoek.
Eerst bekijken de kleuters hun eigen knopen. Saaie knopen, vinden ze. Wel handig, maar saai, heel gewoon.
Maar gelukkig, in de knopendoos van de juf zitten hele andere. Welke dan? Grote, kleine en middelmatige. Knopen van hout en van goud. Gladde knopen en bobbelige, glimmende en doffe. Knopen ‘met een vachtje’, knopen die er niet uitzien als knopen. Zoals een potloodje, dat eerst geen knoop lijkt maar het wel is – want er zitten gaatjes in. En je kan er niet mee kleuren. Er zijn knopen met vier en met twee gaatjes, en knopen met een gaatje als een soort ringetje. Ouderwetse knopen zijn er ook: ‘van heel, heel vroeger’ en er zijn hele nieuwe, er zijn bijzondere knopen, “klikkerknopen” (drukknopen) en dan is er natuurlijk die ene. Dat lijkt wel een tand, of een botje.
Dat is misschien wel de oudste knoop. Van een tand van een haai, of van een sabeltandtijger of van een dino. Of van een stukje van een mammoetbot. Of van een ieniemini-mammoet! Ze bedenken dan opeens dat iemand ‘ooit’ bedacht moet hebben om een gaatje ergens in te slijpen, of te boren, of te prikken, waardoor een knoop ontstond.
Zou dat verzonnen zijn, of toevallig ontdekt? Misschien een beetje van allebei, denken ze. Maar wel fijn dat dat gebeurde, want daardoor hebben wij nu nog steeds handige knopen. En dat ze een beetje saai zijn, ach, dat is ook niet zo erg.
Het lijkt een gewoon, gezellig gesprek met de kleuters. En dat is het ook. Tegelijk gebeurt er in dit onderzoek van 20 minuten ongelooflijk veel. De kinderen zetten hun waarneming op scherp en wisselen ideeën uit. Ze zoeken naar passende woorden en omschrijvingen, maken indelingen op basis van categorieën, maken vergelijkingen en bouwen redeneringen op vanuit eigen kennis en door te speculeren. Goed idee trouwens om zo even terug te kijken op het gesprek: dan weet je precies waarom het de moeite waard is om hier regelmatig ruimte voor te maken.
(Met dank aan de kleuters van Het Mozaïek in Delft voor het gesprek en aan Karin Glaubitz voor het lesidee.)
Zelf leren filosoferen met kinderen?
Marja van Rossum filosofeert wekelijks met kinderen in het basisonderwijs, geeft workshops en trainingen in basis- en voortgezet onderwijs en in de culturele sector. Zij is co-auteur van het programma Filosoferen doe je zo en van de serie Filosoferen met…van het Kröller-Müller Museum.